Skip to main content
search
0

NOGEPA 2.7A Coxswain Life Boat

(2.7) C (Conventionele reddingsboot en/of capsule)
(2.7) F (Valreddingsboot)
Introductie:
Elke offshore mijninstallatie die bemand is, permanent of tijdelijk, is voorzien van één of meerdere reddingsvaartuigen waarmee personen aan boord de installatie kunnen verlaten in geval van nood. Het reddingsvaartuig kan ofwel van het conventionele type zijn, zoals een reddingsboot of capsule die wordt neergelaten met behulp van vallen, of een reddingsboot van het valtype. Training moet worden gegeven aan personen die zijn aangewezen als stuurman(s) die het reddingsvaartuig bedienen.

Cursustype:
Calamiteitstraining (specialistisch).

Doelgroep:
Personen die zijn aangewezen als stuurman van een reddingsvaartuig (conventionele reddingsboot/capsule of valreddingsboot).

Doel:
Delegates trainen in de voorbereiding, lancering en bediening van een reddingsvaartuig dat wordt gebruikt op een offshore mijninstallatie.

Leerdoelen:

Het reddingsvaartuig in operationele staat houden.
Bijdragen aan/uitvoeren van oefeningen.
Reageren op alarmsignalen.
Voorbereiden van het reddingsvaartuig voor lancering.
Passagiers aan boord laten gaan.
Het reddingsvaartuig lanceren.
Navigeren met het reddingsvaartuig en verplaatsen naar een veilige zone.
Communiceren via radio en/of andere middelen.
De veiligheid van passagiers waarborgen.
Passagiers van boord laten gaan op een veilige plaats.
Opmerking: Afhankelijk van de duur van de cursus wordt hetzij de conventionele reddingsboot/capsule, hetzij de valreddingsboot of het hele scala aan reddingsvaartuigen opgenomen in het lesprogramma.

Praktijk:
Efficiënte uitvoering van alle technieken die worden genoemd in de leerdoelen, inclusief minstens één val voor de stuurman van de F (valreddingsboot) tijdens de basistraining, bestaande uit:

Uitvoeren van alle benodigde handelingen voor de lancering, gebruik van de “simul-drop” is toegestaan.
Eén val, waarbij het laten instappen van passagiers is toegestaan.
Voorwaarden voor praktijkoefeningen:
Maximaal 6 cursisten per reddingsboot.

Duur van de cursus:
Basiscursus:

Drie (3) dagen, wanneer deze wordt gecombineerd met de cursus 2.3 (Coxswain Fast Rescue Craft), wordt het vier (4) dagen.
Opfriscursus:

De duur van de opfriscursus is als volgt:
Eén (1) dag wanneer het programma alleen de conventionele reddingsboot/capsule omvat of alleen de valreddingsboot.
Eén en een half (1½) dagen wanneer de cursus zowel de conventionele reddingsboot/capsule als de valreddingsboot omvat.
Opmerking 1:
Voor cursisten die de basiscursus en/of opfriscursus hebben gevolgd in slechts één type reddingsvaartuig, bijvoorbeeld 2.7(C) conventioneel, en vervolgens worden geconfronteerd met een ander type reddingsvaartuig, bijvoorbeeld (F) valreddingssysteem, is het toegestaan om de opfriscursus van 2.7b (F) te volgen, die 1 dag duurt, of 1½ dag wanneer beide typen aan bod komen. Hierdoor hoeft het gemeenschappelijke deel van zowel de basiscursus 2.7aC als 2.7aF niet opnieuw te worden gedaan.

Opmerking 2:
Een certificaat van bekwaamheid in reddingsvaartuigen en reddingsboten, anders dan snelle reddingsboten, gebaseerd op het STCW-78, zoals gewijzigd, kan worden geaccepteerd op voorwaarde dat de datum van uitgifte van het certificaat minder dan 2 jaar vóór de inschrijving voor de cursus ligt.

Voorwaarde voor deelname:
Offshore medisch certificaat.

Geldigheid:
Twee (2) jaar.