Het wettelijk kader
Volgens de Arbo-wet, artikel 5, is elk bedrijf of elke instelling verplicht om een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) uit te voeren. Op basis van deze RI&E heeft elk bedrijf of instelling de verplichting om calamiteitenbestrijding te regelen door middel van een bedrijfshulpverleningsorganisatie. Het bedrijfsnoodplan of calamiteitenplan is een essentieel document bij het opzetten van een bedrijfshulpverleningsorganisatie.
Doelgroep
Het bedrijfsnoodplan is bedoeld voor bedrijven en instellingen die een solide basis willen leggen voor calamiteitenbestrijding. De uitgangspunten hiervoor zijn vastgelegd in de kaderrichtlijn, het Besluit Bedrijfshulpverlening en de Arbo-wet in Nederland.
Doelstelling
Een bedrijfsnoodplan dient als basis voor de calamiteitenbestrijding. Het legt duidelijk de instructies en procedures vast die moeten worden gevolgd. De uitgangspunten hiervoor zijn vastgelegd in de kaderrichtlijn, het Besluit Bedrijfshulpverlening en de Arbo-wet. Door herkenbare taken kunnen betrokken personeelsleden na een incident, brand of andere calamiteit de nadelige gevolgen voor het bedrijf en de werknemers zoveel mogelijk beperken.
Inhoud van een bedrijfsnoodplan
Algemeen deel: Dit deel bevat de algemene gegevens, zoals adresgegevens, contactpersonen, object- en gebouwgegevens, en de aard van het bedrijf. Tevens worden de aanwezige blusmiddelen vastgelegd.
Bedrijfshulpverleningsplan: Dit deelplan geeft aan welke acties er moeten worden ondernomen in geval van een calamiteit. Het beschrijft taken en instructies, hoe en wanneer een Plaatselijk Coördinatie Centrum wordt ingesteld en hoe terug te keren naar de normale werksituatie.
Alarmeringsplan: Dit deelplan omvat instructies en procedures voor snelle en adequate alarmering tijdens calamiteiten zoals ongevallen of brand.
Algemene richtlijnen: Dit deel bevat richtlijnen voor de gebruikers van het bedrijfsnoodplan. Deze richtlijnen omvatten de gebruiksregels van het gebouw.
Ontruimingsplattegronden: Een onderdeel van het bedrijfsnoodplan zijn de vluchtwegplattegronden, waarop alle vluchtroutes en hulpverleningsmiddelen zichtbaar moeten zijn. Het maken van vluchtwegplattegronden is optioneel.
Aanvullende veiligheidsproducten:
Werkwijze
Als vervolg op de BHV-scan: Na het uitvoeren van de BHV-scan, het evaluatieverslag en het inrichtingsadvies, volgt de opstelling van het bedrijfsnoodplan in conceptvorm. Na een eerste bespreking waarin alle uitgangspunten worden besproken, vindt verfijning van het plan plaats en wordt het eerste concept aangeboden. Tijdens een tweede bespreking wordt het conceptplan omgezet in een definitief plan, waarna de implementatie kan plaatsvinden.
Het actualiseren van een bedrijfsnoodplan: Bij de eerste bespreking wordt het oude bedrijfsnoodplan doorgenomen. Vervolgens wordt een rondgang gemaakt om een beeld te krijgen van de risico’s en de organisatie van het bedrijf of de instelling. Hiervan wordt geen rapportage gemaakt. Na deze bespreking wordt het oude plan geactualiseerd. Tijdens een tweede bespreking wordt het plan verder verfijnd en wordt het eerste concept aangeboden. Tijdens een derde bespreking wordt het conceptplan omgezet in een definitief plan, waarna de implementatie kan plaatsvinden.